Buitenplaats Beeckesteijn

Beeckestijn is een achttiende-eeuwse buitenplaats met een historische tuin die deels in de formele stijl en deels volgens de landschappelijke stijl is ingericht. Waarschijnlijk is dit de oudste ‘landschapstuin’ van Nederland.

Het oudste gedeelte van het huis stamt al uit de zestiende eeuw. Het is toen vermoedelijk gesticht door Stans Claeszoon, die in 1474 burgemeester van Amsterdam was. Zijn dochter Mechteld trouwde met Jan van Beeckestijn, en zo heeft de hofstede de naam ‘Beeckestijn’ gekregen.
Het complex werd in 1716 aangekocht door Jan Trip jr. Hij liet het huis verbouwen tot een herenhuis in Lodewijk XIV-stijl. Rond het huis werd een formele, geometrische tuin aangelegd. Deze was blijkbaar niet fraai genoeg voor de latere eigenaar Jacob Boreel Janszoon, want midden achttiende eeuw liet hij het huis nogmaal verbouwen, waarbij Beeckestijn zijn huidige vorm kreeg. De tuin werd uitgebreid in landschappelijke stijl naar ontwerp van Johann Georg Michael, met slingerpaadjes en onverwachte doorkijkjes.
In de Tweede Wereldoorlog heeft Beeckestijn erg te lijden gehad van de bezetting. In de tuin werden bunkers aangelegd; het huis zelf raakte onbewoonbaar. De eigenaresse, Agnes Cremers Boreel verkocht het complex in 1952 aan de gemeente Velsen. Vervolgens werd in 1959 begonnen met een grootscheepse restauratie, waarbij huis en tuin naar de achttiende-eeuwse toestand zijn teruggerestaureerd.
Tegenwoordig is Beeckestijn in bezit van de Vereniging Hendrick de Keyser. Huis en tuin zijn opengesteld voor publiek.

×