Huis te Merwede

Van het Huis te Merwede staat tegenwoordig nog maar een heel klein deel overeind. Het is het restant van een vrij groot vierkant kasteel dat al in de vijftiende eeuw tot ruïne is vervallen.

Ten oosten van de binnenstad van Dordrecht staat de ruïne van het Huis te Merwede. Dit kasteel is waarschijnlijk gesticht aan het eind van de dertiende eeuw, vermoedelijk door Daniël IV van Merwede. Het mat ca. 26 x 27 m, had aan twee zijden woonvleugels en op de zuidwesthoek een ronde toren. Dit huis is waarschijnlijk door een of meer overstromingen beschadigd geraakt en verzakt. In het laatste kwart van de veertiende eeuw is het vervolgens herbouwd, waarbij het kasteel werd uitgebreid tot het zo’n 34 x 35 m. mat. Dit kasteel had aan alle zijden van de binnenplaats woonvleugels en daarmee was het een voor die tijd vrij groot en modern kasteel. De heren van Merwede vervulden in deze tijd belangrijke functies binnen de graafschap, maar op lokaal niveau hadden ze niet veel invloed. Waarschijnlijk hebben ze dus vrij weinig in het kasteel gewoond.
Eind veertiende eeuw was het kasteel in bezit van Daniël VII van Merwede, die lid was van de Kabeljauwse partij. Na zijn dood ging de heerlijkheid Merwede over op zijn schoonzoon Willem van Brederode, die juist Hoekse sympathieën had. In 1418 werd het kasteel dus door de Hoeken gebruikt bij de belegering van het Kabeljauwse Dordrecht. De Hoeken verloren, en het kasteel werd vernield. Vervolgens werd het bij de Elisabethsvloed van 1421 verder verwoest. Het kasteel werd hierna niet meer opgebouwd en de Dordtenaren haalden er jarenlang hout en bakstenen weg. Uiteindelijk bleef alleen de westmuur van de noordwesttoren over.
×