Château Marquette

Kasteel Marquette heeft tot 1611 de naam Huis te Heemskerk gedragen. Daniel van Hertaing, heer van Marquette in Henegouwen, kreeg toen officieel toestemming om de naam te veranderen. Het kasteel werd rond 1740 zo drastisch verbouwd dat er niet veel van het middeleeuwse huis overbleef.

Het Huis te Heemskerk wordt in 1300 in de oorkonden genoemd. Het was toen in bezit van het geslacht Van Heemskerk, die het in leen hielden van de graven van Holland. Via vererving kwam het huis in handen van de familie De Ligne. Charles de Ligne, graaf van Aremberg werd in 1569 met het Huis te Heemskerk beleend. Hij was door Philips II tot gouverneur van de Nederlanden benoemd en daardoor werd het huis van de verwoesting door Spaanse handen gespaard. Charles verhuurde het kasteel aan Carel van Mander, die er in 1604 zijn `schildersboek` schreef. In dat boek beschreef hij de levens van belangrijke internationale kunstenaars uit zijn eigen tijd maar ook uit het verleden.
Bij het Twaalfjarig bestand deed Charles zijn Hollandse bezittingen van de hand, aangezien hij door zijn trouw aan de Spaanse koning `besmet` was geraakt. Daniel van Hertaing, een Henegouwse edelman die in dienst was geweest van Oranje, kocht het huis en liet de naam veranderen in Marquette.
In 1717 ging het huis door koop over in handen van de Amsterdamse patriciersfamilie Van Rendorp. Pieter van Rendorp, eigenaar tussen 1730 en 1760, liet het kasteel ingrijpend verbouwen. Begin negentiende eeuw werd vervolgens de laatste restant van het kasteel, de grote ronde toren, afgebroken, en in 1828 verdween de rechtervleugel. De overgebleven vleugel bleef bewaard, en is eind twintigste eeuw in gebruik genomen als conferentieoord.
×