Volgens een oorkonde werd in 1387 kasteel Dussen gebouwd, toen baljuw Aernd van der Dussen toestemming kreeg om een `hofstat te tymmeren`. Dit was waarschijnlijk een vierkante burcht met hoektorens, d ...
Volgens een oorkonde werd in 1387 kasteel Dussen gebouwd, toen baljuw Aernd van der Dussen toestemming kreeg om een `hofstat te tymmeren`. Dit was waarschijnlijk een vierkante burcht met hoektorens, die verloren ging na de St. Elisabethsvloed van 1421. Het jaar daarna werden nieuwe dijken aangelegd, maar veel gebied was verloren gegaan en humanitair was het een ramp, met misschien wel 100.000 doden. Door nazaten van Aernd werd het kasteel rond 1474 heropgebouwd. Ruim een eeuw later liet een nieuwe eigenaar het huis in Toscaanse stijl aanpassen, met nieuwe verdiepingen en een prachtige galerij. Dit huis viel ten prooi aan de geuzen, die het in brand staken.
Daarna werd er opnieuw een vleugel aan het kasteel gebouwd en ook kwam er een slanke toren bij. In de achttiende eeuw woonden de eigenaren vaak elders en zal het kasteel verhuurd zijn geweest. Rond 1900 woonde de graaf d\\\\`Ursel, de eigenaar in Brussel en stelde kasteel Dussen aan de zusters Carmelitessen uit Frankrijk beschikbaar. Na de kloosterperiode deed het opnieuw dienst als woonhuis, van onder andere de freule Suringar, die voorkomt in Antoon Coolens `De vrouw met de zes slapers`. Erg positief werkte die bewoning niet uit, want in 1931 werd het huis voor afbraak verkocht. Gelukkig greep de gemeente in. Een restauratie volgde, maar de Tweede Wereldoorlog liet het kasteel deels verwoest achter. Een nieuwe restauratie volgde, waarna het kasteel dienstdeed als gemeentehuis. Nu is het in gebruik als trouwlocatie en voor congressen en bijeenkomsten.
×