Kasteel Coevorden

Coevorden is genaamd naar de voorde, de oversteekplaats van het vee, die hier lag. In het moerassige gebied was het een strategische plaats, die al rond het jaar 1100 door de Utrechtse bisschop werd gebruikt als bestuurlijk centrum voor de wijde omgeving.

Het kasteel lag op een smalle zandrug in het moeras en in ieder geval rond 1150 moet het gebouwd zijn in opdracht van bisschop Hardbert van Bierum. Hij stelde een van zijn broers aan als kastelein. Uit opgravingen blijkt dat het kasteel begonnen is als een motte, een kunstmatige heuvel met een doorsnede van 40 meter. Op de vijf meter hoge heuvel stond een toren of een zaalgebouw, maar door latere afgraving is dat niet meer goed na te gaan.
De kasteleins van deze burcht gingen zich meer en meer zelfstandig gedragen en dat was tegen de zin van de bisschop. Hij stuurde in 1227 een groot leger naar het noorden om de Coevordenaren tot de orde te roepen, maar in de moerassen van Ane niet ver van het kasteel, werd dit leger in de pan gehakt en kwam ook de bisschop om.
Een latere bisschop had in 1395 meer succes en wist de kastelein op de knieën te dwingen. Het kasteel werd toen vernieuwd, met vier grote torens met plek voor kanonnen op de hoeken. Coevorden kreeg regelmatig met oorlogshandelingen te maken. Het kasteel werd diverse malen uitgebreid met woonvleugels, wallen en grachten. Soms werden daarvoor oudere delen van het kasteel afgebroken. Uit de zestiende eeuw zijn nog kelders overgebleven en boven de deur bevindt zich de wapensteen van Karel, hertog van Gelre, uit 1537. Het oude Coevorden verdween onder de zestiende-eeuwse stadsvernieuwing, toen het plaatsje een vesting werd. Nu bestaat het kasteel nog uit twee langgerekte, haaks op elkaar gelegen woonvleugels, waar u kunt logeren en ook kooklessen kunt volgen.×