De Cannenburch

De Cannenburg, het kasteel van de beruchte veldheer Maarten van Rossem, was het eerste voor publiek opengestelde kasteel van de Geldersche Kastelenstichting en ligt in een romantisch park.

Het omgrachte kasteel, dat muren heeft van een meter dikte, is langwerpig met op elke hoek een uitspringende toren. Aan de voorzijde staat een grote ingangstoren, bedoeld als statussymbool. Bovenin de toren bevindt een gebeeldhouwde figuur, mogelijk Maarten van Rossem. De tegenwoordige ingang ligt ernaast en wordt bereikt via een bordes en een gemetselde brug.
Het kasteel was in de veertiende eeuw van een bastaardneef van de Gelderse hertog. Via huwelijken en verervingen kwam het in handen van andere families en uiteindelijk werd het huis tijdens een gewapend conflict grotendeels verwoest. De ruïne werd in 1543 verkocht aan Maarten van Rossem. Hij woonde er van 1543 tot zijn dood in 1555. Het kasteel werd door hem opnieuw opgebouwd in renaissancestijl. In het oostelijke deel van de muur zijn nog resten van het middeleeuwse kasteel te herkennen aan de ruitvormige versiering van zwart verglaasde bakstenen. Van Rossem bouwde de uitspringende ingangstoren en ook bracht hij sierelementen in de gevels aan, zoals schelpmotieven. Zijn nazaat Hendrik van Isendoorn liet een uivormige spits op de ingangstoren zetten en bracht zijn wapen en dat van zijn vrouw aan in de toren.
In de achttiende eeuw werden de huizen op het voorplein gebouwd en het park aangelegd. De gerestaureerde middeleeuwse kelders dienden tijdens de Tweede Wereldoorlog als archiefbewaarplaats. Nadat het kasteel eigendom geworden was van de Stichting Vrienden van de Geldersche Kasteelen begon een uitgebreide restauratie. Hierbij werd geprobeerd zoveel mogelijk van de bouwgeschiedenis te laten zien, en het kasteel dus niet één bepaalde stijl te herbouwen.×