Sinds tien eeuwen geldt Marokko, het oude Mauretanië van de Romeinen, als de uiterste hoeksteen van de Islam. In de Arabische literatuur worden Tunesië, Algerije en Marokko vaak Djesirat el Maghreb, eiland van de Oriënt, genoemd, want zij zijn inderdaad door drie zeeën omgeven: de Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee en de ‘Zee van het Zand’, de Sahara. Maar ook cultureel vormt deze groep landen een eiland, waarbij het vroegere sjerifaat Marokko met de beschermheilige van de Moulay Idriss een bijzondere plaats inneemt.
Het centrale landschap van Marokko is de brede hoogvlakte de Meseta. Dit is de korenschuur van Marokko en vormt het deel van Marokko dat tot vandaag zijn cultureel aanzien heeft bewaard, gevormd door de Romeinen en door de Arabieren uit de vroege Middeleeuwen. Zij kwamen toentertijd door de Poort van Taza tussen het Rifgebergte en de Midden Atlas en onderwierpen het Bled, het vlakke land, aan de Arabische cultuur. Hier ontstonden ook de vier prachtige koningssteden Fès, Meknès, Rabat en Marrakesh, waar de islamitische kunst zich tot grote bloei kon ontwikkelen. De steden van Marokko waren heilige vestigingen, waar de islamitische kunst zich schitterend kon ontwikkelen. Niet ver er vandaan ontstonden die bijzondere burchtsteden, de kasba’s, waar de krijgshaftige Berberstammen een eigen cultuur schiepen.
Een ‘kunstreis’ door Marokko begint met de bezichtiging van de prehistorische rotstekeningen en de Romeinse mozaïeken, maar vindt zijn hoogtepunt in een bezoek aan een van de vele Berberburchten in het overweldigende bergland van de Atlas of aan de kasba van een der zgn. Koningssteden van de Islam.
Het is vooral de architectuur en de rijke ornamentiek van deze kastelen, paleizen en moskeeën in de westelijke Maghreb, waarop deze gids een boeiende oriëntering biedt.
Cantecleer Kunst-Reisgidsen werden door terzake kundige auteurs speciaal samengesteld ter verruiming van het inzicht in de geschiedenis en de kunst van belangrijke culturen of cultuurgebieden.
Helaas verschijnen zij niet meer, maar nog steeds leveren zij een grote bijdrage tot het plezier van de geïnteresseerde reiziger.
Maar ook bieden zij fascinerende lectuur aan de lezer die zich in het beschreven gebied wil verdiepen, zonder, niet onbelangrijk in deze tijd, daarheen op reis te gaan.
Deze gids is geschreven door Hans Helfritz en in 1977 door Cantecleer uitgegeven. Het telt 200 pagina’s en staat bij maX2.9MA/HELF.