Het ontstaan van Ockenburgh was, volgens de overlevering, heel romantisch. Reinier van Groenevelt, de zoon van raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt, was net als zijn vader onthoofd door hun po ... lees meer
Het ontstaan van Ockenburgh was, volgens de overlevering, heel romantisch. Reinier van Groenevelt, de zoon van raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt, was net als zijn vader onthoofd door hun politieke vijand Prins Maurits. De weduwe van Reinier werd ziek van verdriet en stelde zich onder behandeling van Jacob Westerbaen. De troost die ze bij hem vond leidde tot een huwelijk. Westerbaen was een selfmade man. Zoon van een lijndraaier, had hij theologie en medicijnen gestudeerd in het buitenland. Teruggekeerd in Den Haag begon hij een eigen praktijk en na zijn huwelijk met de rijke weduwe kon hij zich ook een buitenhuis veroorloven. Zijn vrouw overleed in 1647 en toen besloot Jacob zijn plannen voor een prachtig buiten te realiseren, net als zijn vriend Huygens dat met Hofwijck had gedaan.
Nadat het huis een tijdlang eigendom was van de Delftse burgemeester Maerten Pauw en van diens dochter Elisabeth, werd het huis verkocht aan een schepen van Rotterdam en daarna aan Leonard van de Kasteele. Deze laatste bezat veel land rondom Loosduinen en liet het park aanleggen. Latere eigenaren breidden het huis verder uit. In 1931 werd het eigendom van de gemeente Den Haag, die er een psychiatrische inrichting onderbracht. Joodse kinderen die op kindertransport kwamen vanuit Wenen werden vanaf 1939 gehuisvest op Ockenburgh. Een jaar later, toen de Duitsers Nederland binnenvielen, moesten de kinderen de villa verlaten. Na de oorlog kwam er in Ockenburgh een jeugdherberg. Het huis werd daartoe uitgebreid met twee vleugels, die net als het hoofdhuis wit werden gepleisterd.
Het landgoed biedt nu rust, natuur, ontspanning en recreatie.