Buitenplaats Hofwijck

In 1639 kocht Constantijn Huygens een stuk grond aan bij Voorburg. Huygens was een veelzijdig man: dichter, componist, diplomaat en secretaris van maar liefst drie stadhouders. Hij bevond zich dus in het centrum van de macht, maar was ook op zoek naar een plek om tot rust te komen. Dat moest Hofwijck worden, de plek waar hij kon `wijken` van het hof. Hij liet zich voor de aanleg van huis en park inspireren door Vitruvius, de architect uit het Romeinse rijk die uitging van de menselijke verhoudingen. Het huis moest het hoofd worden, de tuin werd gebaseerd op de rest van het menselijk lichaam. Het huis was gelegen aan de Vliet en gaf toen een prachtig uitzicht over de eigen tuin en het omringende landschap. Door de aanleg van de spoorbaan en de oprukkende bebouwing ligt Hofwijck nu ingeklemd, maar fungeert nog steeds als oase van rust. En ook is het, net als in de tijd van Huygens, een centrum van cultuur.×