Château St. Gerlach

Het huidige `kasteel` St.-Gerlach is oorspronkelijk een dubbelklooster geweest van de Norbertijnen. Het is al in de dertiende eeuw gesticht. Dit klooster werd eind achttiende eeuw opgeheven, waarna het huis van de proost is verbouwd tot een landhuis.

Gosewijn IV, heer van Valkenburg heeft begin dertiende eeuw in Houthem een Norbertijns dubbelklooster gesticht. Dit klooster werd vernoemd naar St. Gerlach, een ridder die daar ter plaatse als kluizenaar had geleefd. Het mannenklooster werd als snel opgeheven, maar het vrouwenklooster, onder een eigen proost, floreerde doordat er veel adellijke dochters intraden.
Begin achttiende eeuw kende het klooster een periode van voorspoed. Onder proost Francisucus van Cauwenberg (1704-1718) werden een nieuwe kloostergebouw, een woning voor de proost en een stiftskerk gebouwd. De voorspoed was van korte duur, want toen het klooster in 1786 van Spaanse handen overging in die van de Republiek trokken de nonnen er weg en werd het kloostercomplex verkocht. Vervolgens is de woning van de proost ingericht als landhuis.
Door vererving kwam het in handen van Robert baron de Selys de Fanson, president van het Hoge Gerechtshof in luik. Hij liet het huis begin twintigste eeuw moderniseren. Zijn kleinzoon legateerde in 1979 het toen sterk vervallen landgoed aan de parochie Houthem Sint-Gerlach, die al in bezit was van de voormalige kloosterkerk. Zij droegen het over aan de Stichting Behoud Sint-Gerlach, die het vervolgens verkocht aan hotelier Camille Oostvlegel. Hij heeft het huis in 1995-1997 laten restaureren. Daarna is het in gebruik genomen als vijfsterrenhotel en conferentieoord.×