Het Groot Kasteel van Deurne was in oorsprong een vierkant gotisch gebouw met enige invloeden van de renaissance. Het kasteel moet zijn gebouwd kort voor 1397. De bouwheer was Gevaert Everaertszoon va ...
Het Groot Kasteel van Deurne was in oorsprong een vierkant gotisch gebouw met enige invloeden van de renaissance. Het kasteel moet zijn gebouwd kort voor 1397. De bouwheer was Gevaert Everaertszoon van Doerne. Hij bouwde het Groot Kasteel op een zandige opduiking (een donk) in het moerassige beekdal van de Vlier. Na hem bewoonden zijn zoon Everaert en zijn kleinzoon Hendrick het kasteel. Van Hendrick van Doerne ligt de grafsteen nog in de St. Willibrorduskerk. Hij overleed in 1508.
Rijke burgers
V��r 1519 waren de eigenaren van het Groot Kasteel rijke burgers, maar geen heren van Deurne. De heren van Deurne stamden uit een andere tak van de Van Doerne`s en woonden op het Klein Kasteel. In 1519 kocht Everaert van Doerne (zoon van Hendrick, en bewoner van het Groot Kasteel) de heerlijkheid en het rond 1370 gebouwde Klein Kasteel, waarmee hij heer van Deurne werd, en de twee kastelen �n de macht in Deurne in ��n hand verenigd waren. Het Groot Kasteel zou vervolgens residentie van de heer van Deurne worden, terwijl het Klein Kasteel verhuurd en later verkocht werd.
Eerste verbouwingen
In de loop van de 16e eeuw is aan het Groot Kasteel de vierkante hoektoren (op de plaats van de wc-container) aangebouwd. Rogier van Leefdael (1617-1699), heer van Deurne van 1651 tot 1699, vergrootte het kasteel in de jaren 1653-1660 naar het oosten (straatzijde) en zuiden. Tevens voorzag hij het Dinghuis van stenen muren. De lage muren van het Kasteel aan de zijde van het Haageind zijn, evenals de stenen van het Dinghuis en die van de pilaren op de brug, zwart en daardoor nu nog te onderscheiden van het oudste deel van het Kasteel. Van Leefdael liet ook een poortgebouw bouwen aan de straatzijde ten noorden van het kasteel. Via deze poort verkreeg men over een brug toegang tot het kasteelgebied en de ingang aan de westzijde (zijde park). Van dit poortgebouw zijn in 1998 bij de aanleg van een bergbezinkbassin de fundamenten terug gevonden.
De Smeth
In 1759 kwam de heerlijkheid Deurne met het Groot Kasteel en de tuin in handen van de familie De Smeth. Heer Theodorus de Smeth (1710-1772) liet meteen een grondige verbouwing uitvoeren. De weinige afbeeldingen laten zien dat vanaf het midden van het de 18e eeuw het kasteel meer leek op een hotelachtig aandoend gebouw met vele ramen aan de noord- en westzijde. Die situatie was ontstaan door de ommanteling van de oude muren met een blinde muur. Ook het poortgebouw, net honderd jaar oud, liet De Smeth afbreken. Halverwege de 19e eeuw was het Groot Kasteel ook nog eens, geheel naar de mode van die tijd, wit gepleisterd.
Sloop
Theodore baron de Smeth (1855-1924), de op ��n na laatste heer van Deurne, liet in de jaren 1906-1908 de lelijke west- en noordgevel weer afbreken. Achter deze afgebroken muren kwamen de originele, middeleeuwse gothische gevels weer tevoorschijn. Vanaf 1908 zag het kasteel er weer zo uit, zoals het er na de vergroting door Van Leefdael rond 1660 ook had uitgezien.
Interieur
Wat betreft het interieur telde het kasteel twee verdiepingen met een zolder alsmede een onderbouwde kelder. De woonvertrekken lagen voornamelijk op de eerste en tweede verdieping. Binnenkomend aan de westzijde kwam men in een hal met links (noordzijde) drie keldervertrekken, zogenaamde ton- en kruisgewelven (o.a. huidige bier- en friskelders), rechts dienstvertrekken, keuken- en provisieruimten. Recht vooruit begon een brede en zware eikenhouten trap naar boven.
Vloer
De vloer beneden was gedeeltelijk van marmer en de wanden waren betegeld. Op de eerste verdieping lagen links de eetzaal (het huidige Walhalla) en een salon; aan de oostzijde de zithal en rechts een zit-eetkamer. Op de tweede verdieping (via een ronde trap) lagen de slaapvertrekken en badkamers en op de zolderverdieping tenslotte logeervertrekken en kamers voor het personeel. Bij het kastelencomplex behoorden tot aan een grote verkoop in 1925 vele tientallen hectaren grond, het Klein Kasteel, de kasteelboerderij en het heerlijk jachtgebied in de Walsberg, `de Warande`. Andere bezittingen, zoals de Hof ten Velde aan de Oude Helmondseweg en twee windmolens en een watermolen waren al eerder verkocht door de familie De Smeth. Berekend is dat de inhoud van het kasteel voor de verwoesting ca 4250 m3 bedroeg.
Kasteeltuin
De kasteeltuin werd in de huidige vorm rond 1810 aangelegd onder het bewind van Theodorus baron de Smeth (1779-1859) in de Engelse landschapsstijl. Deze stijl voerde hij ook door in zijn landgoed Sonsbeek, tegenwoordig het stadspark van Arnhem, dat hij van 1806 tot 1821 in eigendom had.
×